vrijdag 28 september 2007

Vergaderen

Toen het al tien seconden stil was en alle ogen rond de tafel op mij gericht bleven, begreep ik dat iemand mij een vraag gesteld had. Helaas had ik enkele minuten geleden afgehaakt. Ik beet op de nagel van mijn linkerduim. Iemand anders ritselde wat met zijn papieren.

Haakjes open.

(Ja kijk. Ik vind vrouwen geweldig, laat dat duidelijk zijn. Alleen. Vergaderen, dat is meestal niet hun ding. En als ze dan nog eens in de meerderheid zijn, ho maar, hou je vast aan de takken van de bomen. Afwijken en uitweiden tegen de sterren op. Dan kan een weldenkend man beter afhaken.)

Haakjes sluiten.

"Sorry, ik was even niet aan het opletten" bracht ik schor uit. Toen knalden een handvol vrouwelijke lachsalvo's de lucht in. Ik grijnsde schaapachtig. Waren ze niet geweldig? Vrolijk begonnen ze terug te vergaderen. Mijn enige mannelijke collega rond de tafel knipoogde samenzweerderig en haakte daarna terug vol overtuiging af. Een weldenkend man.

Zo kwam alles toch nog goed. Of toch bijna. Vroeger moest ik niet vergaderen. Vroeger waren er speelgoedbeesten.

donderdag 20 september 2007

Nelly

Wanneer is Nelly Furtado eigenlijk een hoer geworden? Is dat al lang?

opvallen

- ... en toen zijn we daar nog binnen gegaan.
- Ja, ik weet het.
- Hoe?
- Ik heb je gezien.
- Serieus? Was jij daar ook?
- Ja.
- Ah. Dan ben je mij niet opgevallen.

Ergens zijn. Niet opvallen. Zo gaat het meestal.

dinsdag 18 september 2007

zonder woorden ben ik niemand
zonder taal ben ik niets
ik zwijg nu al dagen aan een stuk
daar valt mee te leven

maandag 17 september 2007

Hoofd

Beste Raymond,

In jouw hoofd is alles heel eenvoudig. Het is er - zoals je het zelf verwoordt - prettig toeven. Kijk eens aan. Pas aan de buitenkant begint de smeerlapperij. In jouw hoofd zijn er ook geen misverstanden. Dat zing je. Ik gun het je van harte. Toen ik het lied "In m'n hoofd" voor het eerst hoorde, was ik er kapot van. Het hoofd als veilige thuishaven, als baken in de nacht. Prachtig beeld. Als je het mij vraagt - maar niemand vraagt mij ooit wat - hebben we het hier over één van de mooiste liedjes in onze moedertaal. Alleen klopt er iets niet, althans voor mij. Het hoofd als toevluchtsoord? De eigen gedachtenwereld als rustpunt? Mm. Nee. Bij mij is het vaak precies andersom. Binnenin loopt het pas helemaal fout: knetterende kortsluitingen, blokkages en dingen die als los zand uit elkaar vallen. Vaak, maar niet altijd. Als er een hoofdlettermeisje is, dan gaat het goed. (Waar blijf je? Trut.) Wat er ook van zij, het is niet omdat het bij mij andersom werkt dat "In m'n hoofd" minder mooi is. Ik luister ernaar als was het een wensdroom en op die manier raakt jouw lied nogal wat gevoelige snaren bij mij. Waarvoor dank.

p.s. De pianoversie van "Gelukkig zijn" is het állermooiste Nederlandstalige lied. Maar daar durf ik enkel naar luisteren als ik geen last heb van the blues. Misschien luister ik er volgende week nog eens naar.

zondag 16 september 2007

Schroomvol 2

En ook: 1, 2, 3, 4, 5 (plus nog anderen, want dit is geen exhaustieve opsomming)

zaterdag 15 september 2007

Schroomvol 1

Elders en beter: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7

donderdag 13 september 2007

Hoe het zit

'Kijk, het zit zo met jou...' begon hij. O nee, dacht ik, gaan we weer die kant op? Veel mensen schijnen de neiging te hebben om mij 'eens te gaan vertellen hoe het zit' en, bij uitbreiding, 'wat ik eigenlijk eens zou moeten doen'. Dat was mij pas echt goed beginnen op te vallen nadat Sofia mij er eens op gewezen had. En of dat niet vervelend was? Reken maar van yes. Beeld je maar eens in: je gedachten schieten al onophoudelijk alle kanten op, je rumineert dat het een lieve lust is, je bent kortom een beroepstwijfelaar. En dan komt de medemens nog eens in je hersenpan roeren. Terwijl je niemand nodig hebt om krankzinnig te worden. Je bent een grote jongen, dus ook dat kun je in je eentje. Moest je dan nog om levensadvies gevráágd hebben. Maar neen, je krijgt het meestal ongevraagd in je gezicht gesmeten. Zo toppie is hij soms niet, de medemens.

'Kijk...' zei hij. En ik keek naar hem en hoe zijn dunne lippen bewogen. En zijn woorden (geblaat zonder veel wol) gingen geleidelijk over in een zacht zoemen dat mij beter in de oren klonk. En iemand neuriede er wat bij in een achterkamertje van mijn hoofd. En in een andere kamer hoorde ik het geluid van brekend glas. En in nog een andere sliep één van de Meisjes die ooit een hoofdletter hadden gekregen. En er waren nog kamers, elk in een andere kleur geschilderd. Ik kende de namen van de kleuren niet, maar ze waren alvast niet grijs. En al die tijd voerde ik de handelingen uit die tot de modus 'begrijpend knikken' behoren. Je moet hem ook iets gunnen, de medemens.

Kijk, dacht ik, zorg eerst eens dat je minstens één passie in je leven hebt. En kom dan nog eens zeggen hoe het zit. Ik zal luisteren. Maar wacht niet tot ik veertig ben, want zo oud ben ik niet van plan te worden.

dinsdag 11 september 2007

Dat lijkt er al meer op

Dewinter en Vanhecke die niet enkel peuten op hun muil krijgen, maar ook nog eens aangeklaagd worden wegens slagen en verwondingen? Dat lijkt er al meer op.

maandag 10 september 2007

Kwijt

Nog zoiets dat samenhangt met verhuizen: je bent iets kwijt maar je weet het nog niet. Je denkt: het zal ginds wel liggen. Maar ginds is niks. Je denkt: het zit wel in één van de dozen. Maar de dozen raken leeg en worden opgepikt door de vuilkar. Pas dan slaat de vrieskou toe in je maag. Fuck. Kwijt. Echt kwijt.
Dat gebeurde met mijn notaboekje. Kan misschien onbelangrijk lijken, maar dat is ongeveer het meest onvervangbare voorwerp dat ik bezit. Als het zou branden en ik moet één voorwerp redden, dan mijn notaboekje. Of notaboekjes, meervoud. Ik heb al een jaar of zeven de gewoonte om zo'n boekje overal mee naartoe te slepen. Daarin komen dan zinnen, gedachten, citaten, soms gewoon losse woorden. Dreigt mijn boekje vol te raken, dan koop ik tijdig een nieuw. Als ik later creatief wil wezen, dan zijn die boekjes een onuitputtelijke bron van inspiratie. Op het moment dat ik mijn laatste notaboekje kwijtspeelde, was het zo goed als vol. Dat betekende zo veel als: anderhalf jaar aan inspiratie verloren. Ramp. Ik was er fysiek onpasselijk van. Geen honger meer. Knoop in mijn maag.
Maar zie. Een paar dagen na de vaststelling werd ik 's morgens wakker en dacht aan het notaboekje. En opeens zie ik glashelder voor mij hoe ik het gegeerde kleinood in de lades van een bureau opberg. Het bureau op mijn kamer. Een kamer van het internaat. Het internaat van een school. De school waar ik in augustus cursus gaf. Een cursus Nederlands aan Waaltjes. Twee telefoontjes later kreeg ik het verlossende bericht: gevonden en af te halen. En zie, de hemel klaarde op. Vogeltjes begonnen spontaan te kwinkelieren. Hallelujah, de heer was waarlijk opgestaan.

zondag 9 september 2007

Achterop

Je kan het meestal netjes wegduwen, maar het duikt met steeds kortere tussenpauzes op: de vage indruk dat je als mid-twintiger achterop aan het raken bent. Dat leeftijdsgenoten nu nog wel ergens in je buurt hangen, maar dat er links en rechts al scheuren ontstaan. En ze worden groter, die scheuren. En talrijker. En definitiever. Het enige probleem is dat je niet weet aan welke kant de lafaards staan. Als je dat wel wist, dan kon je misschien alsnog de sprong wagen. Waar die indruk vandaan komt? Geen idee. Of ze terecht is? Nog minder een idee. Wegduwen? Bwa...

vrijdag 7 september 2007

Content

Ik kocht een nieuwe gitaarkabel omdat mijn oude gepikt was. Vroeg de mevrouw van de winkel: "Wil je een zakje? Of gaan we het milieu een beetje sparen?" Blij verrast schrok ik op uit mijn grijze overpeinzingen. "We gaan het milieu een beetje sparen!" antwoordde ik bijna jubelend. Verhip, dacht ik bij mijzelve, zou het kunnen dat hier reeds sprake was van een mentaliteitsverandering? Met opgewekte tred wandelde ik naar huis. In het trappenhuis hoorde ik de kinderen van de buren het scabreuze lied "Geef acht! Geef acht! Schijt in je broek met volle kracht!" brengen. Soms lag het contentement gewoon voor het oprapen.

Ach Panamarenko

Iets meer dan een jaar geleden bezocht ik samen met mijn toenmalige buurman de restrospectieve "Panamarenko". Vandaag vond ik de brochure daarvan terug, tijdens een zoveelste poging om de laatste sporen van de verhuis uit te wissen. Zelden zo gepakt geweest door een tentoonstelling.
(ontroerd is niet helemaal wat ik bedoel, gepakt benadert nog het meest het gevoel waarmee ik terug de buitenlucht instapte)
Veel kunstmeneertjes vinden Panamarenko maar een wietegaai. Veel kunstmeneertjes zou ik gaarne het wonder van de duimschroef leren kennen. Als ik tenminste niet zo moe was. Gelukkig zijn er ook heel veel mensen die van Panamarenko houden en hem zien als wie hij is: een zeer groot artiest. De idee die achter al zijn toestellen en creaties is zo mooi zo mooi dat het pijn doet in je buik.
Ach Panamarenko, klein apejong met je schone jongensdromen. Kind van 57. Jij bent nooit gestopt met zweven. Jij bent niet in de practical joke van de volwassenwording getrapt. Jij bent de meest praktisch ingestelde dromer die ik ken. Zijn daar feitelijk geen medailles voor?

Citaten uit de brochure:

"Laat het woord kunst vallen en dan denken de meeste mensen aan een doek, aan verf, aan een borstel, weet ik veel. Maar er is ook poëzie. Ook dat kun je kunst noemen. Veel mensen durven niet zeggen: dat is een knappe fles. Nee, want een fles is maar een fles, denken ze, dat is dus banaal."

"Met een idee ben je niets, je moet het uitvoeren. Alsof je zegt: 'Ik wil naar de sterren vliegen en een vliegende schotel maken, en ik heb al de lijm!' en daar houdt het dan mee op. Nee, als je met iets begint, moet je het ook afmaken."

donderdag 6 september 2007

Kris & Yves

Kris: "Maar ja, ze (Lolo Ferrari) is er niet meer..."
Yves: "Kaboem!"

(gisteren in Man bijt hond)

woensdag 5 september 2007

love & fame & death

it sits outside my window now
like an old woman going to the market;
it sits and watches me,
it sweats nervously
through wire and fog and dog-bark
until suddenly
I slam the screen with a newspaper
like slapping at a fly
and you could hear the scream
over this plain city,
and then it left.

the way to end a poem
like this
is to become suddenly
quiet.

(Charles Bukowski, Burning in water drowning in flame

maandag 3 september 2007

Potverdikke. Ik vind geen goede boeken meer. En dat kruipt stilaan onder de huid.

How to be alone

I'm not questioning the way I move. I left here for Wisconsin on a Sunday, with practiced inability to gather what comes close to me. I always choose to leave.

Dreaming but indifferent at best. I lay down in the kitchen with a pain across my chest. Desire to be simplified, the way a stone holds heat at night. There's nothing left to prove.

And this is how I learn to be alone. Story of my life is yours to share. A pendulum that swings across so many things. So I will always be first to leave.

I'm not questioning the things you do. Go out all night with strangers on a Friday. My practiced insecurity put prison walls around you, so I know you had to leave.

Proud and independent at your best. You’re curled up with a novel and a sweater on your chest. Desire to be rectified. The foot end of your bed replies "There's space for you to move".

And this is how you learn to be alone. Story of your life is mine to share. A pendulum that swings across so many things. So you will always be the firs to leave.



(Als u nu nog niet op zoek gaat naar de cd "Are you a dreamer?" van Denison Witmer, dan bent u goed gek. Voilà. Het mocht eens gezegd worden.)