donderdag 26 juni 2008

'Mensen zijn tovenaars, maar zij beseffen het onvoldoende.' (J. Brel)

dinsdag 24 juni 2008

In Nederland

De hele uitstap was in een bevlieging tot stand gekomen: een gewezen studiemakker, die intussen in Nederland theaterregie studeerde, informeerde mij via mail over zijn afstudeervoorstelling. Ik probeerde mij te herinneren hoe lang het intussen al geleden was dat ik hem nog gezien had en een loodzwaar schuldgevoel overviel mij.

Gedeelde schuld is halve schuld en dus forwardde ik de mail in een opwelling naar een aantal andere oud-studiegenoten, met als toegevoegde boodschap: "Zouden wij daar niet naartoe moeten gaan?" Ik dacht dat de kous daarmee af was en mijn schuld meteen ook ingelost. Meestal werd op dergelijke initiatieven immers nogal lauwtjes gereageerd, ook door mij. Wat voorbij is, is voorbij, weet u wel?

Ik weet ook niet precies waarom het nu anders uitdraaide. Misschien dat we allemaal het gevoel hadden dat het gewoon nog eens tijd was en verder geen gezever. Zo kwam het dat we ons opeens met een achttal germanisten in fokin Breda bevonden. En toen ik op een bepaald moment even in geen van de gesprekken betrokken was en wat rondkeek, overviel mij het gevoel dat het - ouwe sentimentele sok die ik ben - "net als vroeger was".

vrijdag 20 juni 2008

Klein concerto

Zie ons bezig: hele concerto's roffelen we uit ons toetsenbord om toch maar zeker niets te verliezen. Alles zullen wij in zinnen vastgieten. Voor later, als er gaten komen in ons geheugen. Hubris, iemand? Want wie houden we voor de gek? Nu al zijn we gisteren kwijt. Schrijven is een achterhoedegevecht. And we love it.

woensdag 11 juni 2008

Open zee

over groene anjers praten. lieve onzin vertellen. klauteren en zinderen en als klimop over elkaar heen woekeren. soms een arm of been te veel en toch passen als puzzelstukjes. vastklampen, op het radeloze af om nooit meer enzovoort. na een paar ijdele pogingen dan toch de ander lossen en wegdrijven. of nog even op de tast terugkeren. haar daarna definitief verliezen in een open zee van slaap. maar bij het rood van de morgen elkaar trillend terugvinden en terwijl de geluiden van de buren binnensijpelen opeens beseffen dat je precies daar bent waar je moet zijn. in deze kamer, dit duizelende lichaam.

zondag 1 juni 2008

Wat gebeurt er ondertussen elders?

GW still got it. Amper twee zinnen heeft hij nodig om de hernieuwde aaibaarheid van Isabelle A de grond in te boren:

Een huppelkut met een degelijke band om haar heen is niet meer dan dat: een huppelkut met een degelijke band om haar heen. Het spijt me, Isabelle, maar er zit ongeveer evenveel emotie in je zang als in vijf plakjes kippenworst, en qua podiumpresence kon je evengoed in een zitzak achter het drumstel gaan zitten.

La fille Cé heeft nog eens een prachtig gedicht geschreven. Dwz., een máánd geleden. Tss. Wij blijven roepen om meer. En vaker.

Licht Bewolkt is het spoor een beetje bijster, maar dan wel op een heel mooie manier.

Soet is nog maar net van stekje veranderd en krijgt over haar laatste schrijfsel zowel heel positieve als negatieve kritiek te verwerken. Ondergetekende vindt nog steeds dat een gedicht met de woorden "ziel", "stilte" en "herinnering" vies smaakt, maar twijfelt ondertussen wel of hij niet beter zijn mond had kunnen houden. Ach, eigenlijk is Soet te benijden: gecontesteerd in haar eigen tijd, dat is toch de droom van elke schrijver?

Marie van Huiverinkt houdt ook van Brel en poezen en lijkt, mijns inziens, het medium "blog" nog niet helemaal te vertrouwen.

Groove Garden schreef onlangs iets "over alle dagen die waren en zouden zijn". Een tekst die mij vol in de maagstreek raakte.

Pironik is virtueel gezien twee jaar geworden. Dat staat hem niet slecht en we zijn blij dat hij besloten heeft nog even te blijven.

Op Het Perenblog wordt nog regelmatig bewezen dat rake blogstukjes uit slechts één of twee zinnen hoeven te bestaan.

En omdat we niet altijd lief moeten zijn: de blog van Maarten Inghels schreeuwt nog steeds "zelfverklaard literair genie dat zichzelf geweldig serieus neemt". Blijkbaar vinden nogal mensen dat terecht, maar Oran wacht een beetje op een gedicht dat al die gezwollen poeha kan verantwoorden. Ik kan ongelijk hebben. Misschien zijn artistieke brilmonturen de kern van het dichterschap. Misschien provoceer ik soms graag. (Update: Fak. Alsof ie het geroken heeft.)

Kortom, wat gebeurt er ondertussen elders? In elk geval meer dan hier. Er zijn nog andere fronten hé?