Gisterenmorgen is Gerard Reve op 82-jarige leeftijd overleden. Amper enkele uren later vond de Nederlandse televisie het al gepast om zijn partner voor het middagjournaal live op te bellen. En ja hoor, waar de nieuwsredactie stiekem op gehoopt zal hebben, gebeurde ook: Joop Schafthuizen kreeg het moeilijk, begon te huilen en raakte nauwelijks nog uit zijn woorden. Hortend en stotend werd het interview afgewerkt. Ik hoop dat ze zich bij de Nederlandse televisie ontzettend slecht gevoeld hebben na die schandalige vertoning, maar ik betwijfel het. Niemand vond blijkbaar dat ze die arme man de komende dagen vooral met rust moesten laten. Want ja, Reve is een publiek figuur en de mensen zullen er wel recht op hebben zeker? Kotsmisselijk word ik ervan.
En nu we toch bezig zijn, wiens idee was het om enkele jaren geleden de zwaar zieke, dementerende Reve te gaan filmen terwijl hij als een hulpeloze baby gevoederd werd - "Kom, grote jongen, nammie nammie doen" - door zijn partner? Wat is de journalistieke waarde dáárvan? Hebben de mensen daar óók recht op? Men zal wellicht schermen met het feit dat Schafthuizen toestemming gaf voor de reportage, maar dat is een wel bijzonder flauwe verdediging. Niets anders dan schaamteloze sensatielust is de beweegreden om zoiets te doen. Niemand hoefde dit te zien en de eindredacteur die besliste om die beelden toch voor heel Nederland te grabbel te gooien is gewoon een schoft.
Gerard Reve zal om uiteenlopende redenen herinnerd worden, in de eerste plaats als één van onze grootste naoorlogse schrijvers. Behalve De avonden behoren ook De ondergang van de familie Boslowits, Werther Nieland, Op weg naar het einde en Moeder en zoon tot het allerbeste wat de Nederlandse literatuur heeft voortgebracht. Bovendien werden vele schrijvers door hem beïnvloed. Arnon Grunberg bijvoorbeeld, de belangrijkste Nederlandstalige schrijver van het moment.
Verder zal hij uiteraard ook als relnicht herinnerd worden: de man die zowel links als rechts op tijd en stond een veeg uit de pan gaf, luidop verkondigde dat ze alle Surinamers beter "met de tjoeke tjoeke stoomtrein terug naar hun taki taki oerwoud" zouden sturen en, als klap op de vuurpijl, bijna voor godslaster veroordeeld werd omdat hij in één van zijn boeken God in de gedaante van een ezel afbeelde en hem vervolgens "driemaal in zijn geheime opening bezat." Niemand kon echt greep krijgen op de figuur Reve. Hij was een vat vol tegenstellingen, zaaide graag en veel verwarring en nooit wist je helemaal zeker of hij meende wat hij zei of schreef.
Behalve dat alles was hij ook een dolende ziel, een eeuwige tobber die op allerlei manieren greep probeerde te krijgen op zijn werkelijkheid. Het kleine, bange jongetje uit Werther Nieland liet de succesvolle schrijver nooit helemaal los. In één van zijn laatste interviews verklaarde hij: "Ik zet soms een enorme keel op. Maar het stelt niks voor. Ik doe alsof ik geschikt ben voor dit leven. Maar ik kan er helemaal niet mee overweg." Waar hij ook is, ik hoop dat hij nu de rust gevonden heeft waar elke mens naar verlangt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten