dinsdag 20 juni 2006

Bericht aan de bevolking

Beste mensen,
U weet intussen allemaal dat ik onlangs in aanraking ben gekomen met de arm der wet. De afgelopen dagen merkte ik her en der uw grote verontwaardiging en sluimerende woede, veroorzaakt door de wanverhouding tussen misdaad en straf. Het schijnt mij op dit moment toe dat er nog slechts weinig nodig is om het tot een uitbarsting te doen komen. Daarom vraag ik u, nee, smeek ik u: laten we alstublieft onze kalmte bewaren. Dat is immers in ons aller belang. Inderdaad, er zijn in het recente verleden dingen gebeurd die niet door de beugel kunnen, die uw verontwaardiging verdienen en die onze rechtstaat op zijn grondvesten hebben doen daveren. Echter, moeten wij daarom onszelf verlagen tot het niveau van onze agressors? Neen, beste vrienden, driewerf neen. Wij kunnen alleen op een waardige manier te kennen geven dat wij ontgoocheld zijn in de regerink, de hoeders van dit land die ons in de kou hebben laten staan. En dat hebben wij gedaan. Ons rest dus enkel nog het betalen van de opgelegde boete. Ikzelf wil tenslotte nog benadrukken dat ik diep ontroerd ben door uw steun. Jullie zijn allen schone mensen, maar de meisjes wel het meest. Om ons samenhorigheidsgevoel te versterken, laat ik jullie meegenieten van één van de honderden hartverwarmende steunbetuigingen die ik mocht ontvangen.

M. zegt:
zeg, aan iedereen die ik vertelde van je boete
M. zegt:
-oei hoe kan ik die zin grammaticaal correct af maken-
M. zegt:
die iedereen was heel erg misnoegd over de belgische politie en regerink
M. zegt:
en iedereen schrok vooral met een allee dat kan toch niet
M. zegt:
mijn mama vooral!
M. zegt:
want die fietst door het rood en zo
M. zegt:
maar in gent zijn ze veel milder
M. zegt:
om maar te zeggen dat we allemaal aan je kant staan
M. zegt:
maar we gaan wel niet zo ver dat we gaan overschakelen op donaties

Geen opmerkingen: