zondag 25 juni 2006

Niet onomkeerbaar: het voorbeeld

Een man wil een auto, maar weet niet welke kleur. Groen? Blauw? Stel dat hij een groene koopt en dan spijt krijgt van zijn keuze? Hij besluit nog even te wachten. Tien jaar later heeft hij nog steeds geen auto. Wat hij vergeten is: een gekochte auto kan je terug verkopen.
En dat niemand met het argument komt dat hij dan wel verlies doet. Verliezen is de grootste aantrekkingskracht van het leven. Als u begrijpt wat ik bedoel.

woensdag 21 juni 2006

Niet onomkeerbaar

Verleden week zei een vriendin mij dat de meeste beslissingen NIET onomkeerbaar zijn en dat veel mensen dat vergeten. Dat was ik vergeten.

dinsdag 20 juni 2006

Bericht aan de bevolking

Beste mensen,
U weet intussen allemaal dat ik onlangs in aanraking ben gekomen met de arm der wet. De afgelopen dagen merkte ik her en der uw grote verontwaardiging en sluimerende woede, veroorzaakt door de wanverhouding tussen misdaad en straf. Het schijnt mij op dit moment toe dat er nog slechts weinig nodig is om het tot een uitbarsting te doen komen. Daarom vraag ik u, nee, smeek ik u: laten we alstublieft onze kalmte bewaren. Dat is immers in ons aller belang. Inderdaad, er zijn in het recente verleden dingen gebeurd die niet door de beugel kunnen, die uw verontwaardiging verdienen en die onze rechtstaat op zijn grondvesten hebben doen daveren. Echter, moeten wij daarom onszelf verlagen tot het niveau van onze agressors? Neen, beste vrienden, driewerf neen. Wij kunnen alleen op een waardige manier te kennen geven dat wij ontgoocheld zijn in de regerink, de hoeders van dit land die ons in de kou hebben laten staan. En dat hebben wij gedaan. Ons rest dus enkel nog het betalen van de opgelegde boete. Ikzelf wil tenslotte nog benadrukken dat ik diep ontroerd ben door uw steun. Jullie zijn allen schone mensen, maar de meisjes wel het meest. Om ons samenhorigheidsgevoel te versterken, laat ik jullie meegenieten van één van de honderden hartverwarmende steunbetuigingen die ik mocht ontvangen.

M. zegt:
zeg, aan iedereen die ik vertelde van je boete
M. zegt:
-oei hoe kan ik die zin grammaticaal correct af maken-
M. zegt:
die iedereen was heel erg misnoegd over de belgische politie en regerink
M. zegt:
en iedereen schrok vooral met een allee dat kan toch niet
M. zegt:
mijn mama vooral!
M. zegt:
want die fietst door het rood en zo
M. zegt:
maar in gent zijn ze veel milder
M. zegt:
om maar te zeggen dat we allemaal aan je kant staan
M. zegt:
maar we gaan wel niet zo ver dat we gaan overschakelen op donaties

woensdag 14 juni 2006

24 en 150

Vanmorgen kreeg ik van de postbode een brief die mij verplicht om even terug te keren in de tijd, namelijk naar de dag waarop ik de - al zeg ik het zelf - puike leeftijd van 24 levensjaren bereikte. Een mooi getal, is het niet? Het ademt een zekere maturiteit uit, gecombineerd met toch nog een grote hoeveelheid jeugdige frisheid. Helemaal iets anders dan die kinderachtige drieëntwintigers of die vastgeroeste en verzuurde vijfentwintigers.
Het was een warme zomeravond en ik fietste blijgemutst door Leuven. Ik moest nog snel even naar de bank om wat euro's, want straks werd ik geacht te trakteren voor mijn verjaardag. En mijn vrienden kennende zouden ze wel allemaal proberen mij op kosten te jagen. Zo zijn ze wel, stelletje klaplopers. Doch ik liet het niet aan mijn hart komen, want het was immers mijn verjaardag. Bovendien was ik geen 23 meer, hé? Nog steeds blijgemutst sloeg ik de straat van de bankautomaat in. Nu moet ik eerlijk toegeven dat dat niet mag, maar het was maar voor 5 meter en het was mijn verjaardag en ach, er was geen kat op straat en ach, daar kwam wel een zwaantje uit de tegenovergestelde richting. Eerst probeerde ik achteloos fluitend verder te fietsen, maar hij sneed mij zo'n beetje de pas af en ik voelde mij ook niet in de positie om daarover van mijn oren te maken. De wetsdienaar vroeg of hij mijn "pas" mocht zien. Even overwoog ik een woordspeling met het woord "pas". Ik doe dat namelijk zeer graag, woordspelingen maken. Uiteindelijk haalde ik gewoon mijn identiteitskaart boven en toen ging alles heel snel, maar dan trager. Hij schreef mijn naam en geboortedatum op, vroeg mijn adres en noteerde de datum van vandaag. Ik dacht: nu komt het, nu ziet hij dat "geboortedatum" en "datum van vandaag " nondedomme hetzelfde zijn! Of het mijn verjaardag was, zou hij verbaasd vragen, met een lichte trilling in zijn stem. Ik zou ja zeggen en we zouden elkaar schaterend om de hals vliegen. Groot was mijn verwondering toen hij gewoon terug op zijn moto stapte en wegreed. "Gekke flik!" dacht ik. "Hij speelt met mijn voeten!" Ik wachtte nog een paar minuten. Toen hij na een kwartier nog niet terug was en er achter mij een rij ontstaan was van 7 mensen die allemaal graag geld wilden afhalen, ben ik maar in opperste staat van verwarring huiswaarts gegaan. Te voet, fiets aan de hand.
Heden ten dage ben ik in mijn geboortestad, alwaar ik door fikse rugpijn al een paar dagen horizontaal tegen het leven aankijk. Zoals gezegd heb ik een brief van de postbode heb gekregen. Daarin word ik vriendelijk verzocht om onze staatskas met 150 euro aan te dikken. Voorwaar, een onprettige mededeling die mijn toch al zo geplaagde gemoedsrust verstoort. Dit is het moment om te beweren dat die flikken "zich beter met echte criminelen zouden bezighouden" en "dat het allemaal corrupte zakkenvullers zijn".
Helaas kan men niet kiezen welke wetten men wel of niet respecteert. Je moet het hele pakket aanvaarden of afwijzen. Dus zal ik met een zuur gezicht die 150 euro ophoesten, vervolgens met buurman MW de aloude dialoog "En wat doet de regerink? / Niets!" opvoeren en bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen toch maar weer het geloof in de democratie bewaren en dus niet op onze xenofobe vrienden van het Belang stemmen.
En nu, beste vrienden, ga ik een Nurofen nemen en op de zetel liggen. Of op "de bank", zoals ik als germanist eigenlijk moet zeggen, wat een beetje gek is omdat ik geen geld nodig heb. Behalve misschien om mijn boete te betalen.

donderdag 8 juni 2006

Lege maag

En dan is het half acht ’s avonds en plots realiseer je je dat je de hele dag lang nog niks gegeten hebt. Aha. Daarom duizelig. Daarom pijn achteraan je nek. Hoe vergeet een mens om te eten? Je bent met honderd en één dingen bezig, los door elkaar. Het rommelt weer eens in je hoofd. En je bent moe, moe, moe. Zou dat het begin van de zomer zijn?

donderdag 1 juni 2006

Waarom men kijkt


"Niets was heerlijker dan naar smerigheid te kijken. Dan voelde je jezelf zo schoon."
(Arnon Grunberg in "De joodse messias")