dinsdag 30 mei 2006

The desert's for starting over

Een heel mooie monoloog uit de voor de rest eigenlijk nogal slappe film "25th hour". Een man weet dat hij de volgende dag naar de gevangenis moet en zijn vader raadt hem aan om te vluchten. Onderduiken en opnieuw beginnen. En já, ik ben zo nerdy geweest om de hele tekst uit te schrijven met behulp van de rewind- en starttoets van de videospeler.
"We'll drive and keep driving, to the middle of nowhere, take that road as far as it takes us. You've never been west of Philly, have you? This is a beautiful country, Monty. It's beautiful out there, looks like a different world. Mountains, hills, cows, farms, and white churches.
I drove out west with your mother one time, before you was born. Brookland to the Pacific in three days. Just enough money for gas, sandwiches, and coffee. But we made it. Every man, woman, and child alive should see the desert one time before they die. Nothing at all for miles around. Nothing but sand, and rocks, and cactuses and blue sky. Not a soul in sight. No sirens, no car alarms, nobody honking at you, no madmen cursing or pissing on the streets. You'll find the silence out there. You'll find the peace. You can find God.
So we drive west. Keep driving till we find a nice little town. These towns out in the desert, you know why they got there? People wanted to get away from somewhere else. The desert's for starting over. Find a bar and I'll buy us drinks. One last whiskey with my boy. Take our time with it, taste the barley, let it linger. And then I'll go. I'll tell you: "Don't ever write me. Don't ever come visit." I'll tell you I believe in God's kingdom and I believe I'll be with you again and your mother but not in this lifetime.
You get a job somewhere, a job that pays cash, a boss who doesn't ask questions and you make a new life and you never come back. Monty, peoply like you, it's a gift. You make friends wherever you go. You work hard. You gonna keep your head down and your mouth shut. You gonna make yourself a new home out there. You'll miss your friends, you'll miss your dog. But you're strong. You got your mother's backbone in you. You're strong like she was. You forget your old life. You can't come back. You can't call. You can't write. You'll never look back. You'll make a new life for yourself and you'll live it, you hear me? Give them a good life, Monty. You'll have a son. Maybe you'll name him James, it's a good, strong name.
And maybe, one day, years from now, long after I'm dead and gone, reunited with your dear mother, you gather your whole family together and tell them the truth. Who you are and where you come from. Tell them the whole story. And then you'll tell them how lucky they are to be there. They all came so close to never happening. This life came some close to never happening."

vrijdag 19 mei 2006

Frankieboy

Zij wassen hun handen in onschuld. Aanzetten tot geweld? Komaan zeg. Nee, wat onlangs in Antwerpen voorviel, was "een vreselijke moordpartij van een geïsoleerde gek" (Frank Vanhecke in zijn toespraak in Mechelen). Maar Mohammed B., de moordenaar van Theo Van Gogh, is volgens diezelfde Frank Vanhecke dan weer "geen getikte godsdienstwaanzinnige", "geen apart geval van krankzinnigheid" en "geen zielige gek". Nee, zonnebankbruine Frankieboy weet precies hoe de vork aan de steel zit:
“Het is even slikken maar Mohammed B. is niet getikt. Hij behoort tot een groeiend leger van fanatici die anders dan wij niet bang zijn het woord ‘oorlog’ in de mond te nemen. Die hun overtuiging niet uit de geschriften van verdwaalde halve garen bijeen hebben gegraaid, maar uit de koran, het heilige boek waarop de islam rust”. (Frank Vanhecke in zijn column "De Islam Is het Probleem")
De ene moord is de daad van een geïsoleerd gek, de andere is geïnspireerd door fanatici die systematisch aanzetten tot haat. Vreemd. Maar over dat systematisch aanzetten tot haat, daar weet zonnebankbruine Frankieboy natuurlijk meer over dan wijzelf. Hij zal wel gelijk hebben.

woensdag 17 mei 2006

Zuiver

Poëzie, het is iets. In mijn hoedanigheid van leraar Nederlands moet ik de komende dagen een inleiding geven op de poëzie. Probeer 16-jarigen daar maar eens warm voor te maken. Niet dat ze poëzie verafschuwen, maar wel de analyse en/of bespreking ervan. Ik kan ze geen ongelijk geven. Een analyse kan best interessant zijn, maar als een gedicht die analyse nodig heeft om interessant te worden, dan deugt het niet. Voor mij dus geen Spinoy of Van Bastelaere, dank u zeer.
Ik las ooit ergens in een tijdschrift: "Waarom zou je met 'interessant' genoegen nemen als je ook 'pakkend' en 'hartverscheurend mooi' kan krijgen?" Dat zegt het allemaal. Een goed gedicht moet voor mij in de eerste plaats ontroeren. Verder hou ik van gedichten die iets banaals op een nieuwe, originele manier zeggen. Volgens Hugo Brems is de inhoud van gedichten vergelijkbaar met die van soaps: de gewone, alledaagse dingen. De verdienste van het gedicht is dan de manier waarop aan die thema's vorm wordt gegeven.
Tenslotte heb ik ook een voorkeur voor korte gedichten. Als de dichter pagina's lang blijft doormekkeren, is het etiket "poëzie" vaak zijn alibi voor onafgewerktheid en kan hij misschien beter een kortverhaal schrijven. Of niet, hij is een vrij mens natuurlijk. Het volgende gedicht vind ik in al zijn onopvallendheid subliem. Er wordt niks nieuws in gezegd en nergens blijft de lezer haperen aan één of ander vergezocht woord dat de belezenheid van de dichter zou moeten aantonen. "Gewoon maar een gedicht" en net daarom zo sterk.
Zuiver

Zuiver komt de avond af, liefste
en ruikt naar wind gelijk uw haar,
uw lippen als ge lacht.

Een wolk schuift tegen de bleke hemel
voorbij, mijn hand
over het zachte vel van uw hand.

Jotie T' Hooft

woensdag 10 mei 2006

Fantoompijn

"Ik haat je, omdat ik je mis, had ik willen zeggen. [...] Als je iemand mist, ga je diegene haten om aan dat gemis een eind te maken. Iemand die je mist, moet uit de weg worden geruimd, overwonnen, vernietigd. Haat is de zee waarin al het missen samenvloeit. In die zee zwom ik, maar de stroom had me een beetje te ver meegevoerd."
(Arnon Grunberg in Fantoompijn)